Analoog / digitaal signaal

Een geluidssignaal heeft soms een kleine en soms een grote amplitude. Dit is afhankelijk van het volume van  de muziek. Ook een analoog elektrisch signaal heeft verschillende amplitudes. Hierdoor is een analoog elektrisch signaal gevoelig voor storing te krijgen, worden de geluidstrillingen door een membraan omgezet in een digitaal signaal. Dit gebeurt in een chip. Zo’n chip heet een A/D-convertor. Dat staat voor ‘analoog/digitaal- omzetter’. Een digitaal signaal is vrijwel ongevoelig voor storing. Alle geluidsinformatie bestaat nu uit enen en nullen. Deze informatie wordt opgeslagen. De opslag kan op schijf of in een geheugenchip. Deze geheugenchips zitten in een computer, maar ook in een memorystick of een mp3-speler.